Beschreibung:

2 volumes in-f. : [16 incl. titel]-[4]-267-[1]-9 en [7 incl. titel]-82-[43 nagenoeg blanco]-13-7-127-[3] pp, genummerd (vol. II : titelblad met omlijsting maar zonder tekstinvulling, annotaties door verschillende handen). Eigentijdse banden : kalfsleder, ruggen met ribben, goudstempeling en rood titelschild (hoogteverschil van c. 2 cm tussen de beide volumes, slijtage aan kapitalen, scharnieren, platten en plathoeken). Handschrift met de naamlijsten van de opeenvolgende stadsbesturen van Brugge opgesteld door J.A. Kerchof (1625-1685), kapelaan van O.L. Vrouw te Brugge, kanunnik te Mesen en genealoog. De Brugse "wet" (stadbestuur) bestond uit twee colleges van 12 schepenen en 12 raadslieden, met telkens aan het hoofd een burgemeester; de samenstelling werd jaarlijks vernieuwd op 2 september. Het 1ste volume opent op een titel in grisailletekening met portretmedaillons van Albrecht en Isabella en ingekleurde wapenschilden. Het bevat de naamlijsten van 1322 tot 1599, geïllustreerd met 42 ingekleurde wapenschilden. Het 2de volume bevat de voortzetting tot 1735 mits enkele aanvullingen en een index door een tweede hand, gevolgd door een afschrift van de belastingsuitvaardiging op de ambten door Karel VI in 1727 en een "cort verhael van de lamentatie en beslag [...] van Brugge" door Segers van Maele. In "De Biekorf" bewaart men een gelijkaardig handschrift aangevuld tot 1792 (stadsbibliotheek Brugge, Ms. 444) afkomstig uit de collectie van Pieter le Doulx, die voor de periode 1751-1800 zelf een naamlijst opstelde en daarbij wellicht gebruik maakte van Kerchof's eerdere werk. # Bulletin de la Commission royale d'histoire I (1844), p.213, n.11; # Biekorf 92, p.46; # niet in Dekkers; # niet in Biogr. nat. Herkomst : De Wree (hs. vermelding); Veranneman, 1786 (idem); Petrus Ignatius J.M. Van Lede, 1798 (idem). ¶ Fastes consulaires de la ville de Bruges avec nombreuses annotations historiques par Kerchof, chanoine et généalogiste de Bruges, chapelain de Notre Dame. Le 1re volume concernant la période 1322-1599 est illustré de 42 armoiries en couleurs; le 2e volume renferme la continuation jusqu'en 1735, en partie par une autre main. Chaque volume est introduit par un titre avec encadrement en grisaille orné d'armoiries coloriées (le 2e titre sans inscription). Plein veau de l'ép. (qqs faibles us.).